Marc de Graauw en Linda Mook
Kort geleden heeft Nictiz het SNOMED advies (“SNOMED in gebruik bij Nederlandse zorgaanbieders“) gepubliceerd. Er staan verstrekkende conclusies in voor de zorgsector. Het is ook een advies dat nauw samenhangt met twee andere richtingen die VWS en Nictiz met voorzichtige tot stevige dwang inslaan: standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg met:
- zorginformatiebouwstenen (zibs),
- FHIR,
- SNOMED .
De gevolgen voor de zorg verschillen nogal. Eerst zullen we kijken wat de impact op de zorgsector is van deze wijzigingen, daarna zullen we in een aantal vervolgartikelen dieper inzoomen op de impact van het SNOMED advies en het FHIR besluit.

Zibs
De zorginformatiebouwstenen zorgen voor eenduidige registratie aan de bron. Wanneer in de zorg iedereen bepaalde basisgegevens op dezelfde manier vastlegt wordt het makkelijker om deze gegevens tussen zorgverleners onderling en met de patiënt uit te wisselen. De introductie van zibs heeft gevolgen voor de registratie door de zorgverlener zelf. De zibs vereisen bepaalde velden en beperken soms de toegestane waarden in die velden. Zo is er een zib “Gezinssituatie” met velden als “Burgerlijke staat”, “Gezinssamenstelling”, “Aantal kinderen” en meer. Zorgverleners die op basis van zibs registreren, moeten ook dergelijke velden (eenmalig) invullen en de informatie niet in één groot tekstveld intypen. Daarmee kunnen deze gegevens meervoudig gebruikt worden.
Daarnaast zijn er eisen aan de waarden die ingevoerd kunnen worden. Zo is er in de Geboortezorg een veld “Rookgedrag” met daarin een keuzelijst met waarden als “1-10 per dag”, “11-20 per dag” et cetera. De zib Tabakgebruik kent echter een veld “Hoeveelheid” waarin het aantal sigaretten vastgelegd wordt die per dag, week, maand of jaar worden gerookt: dus met een precies aantal en geen bereik. Daarnaast zijn er nog waardelijsten met specifieke waarden uit SNOMED: zie ook hieronder. Zibs hebben dus gevolgen voor de inrichting van het EPD, en voor de registratie door de gebruikers.
FHIR
FHIR is een manier waarop informatiesystemen met elkaar communiceren over het (beveiligd) Internet. Dat gaat nu nog te vaak op manieren die niet of met veel moeite (transformaties) met elkaar samenwerken. Binnen Nederland communiceren informatiesystemen in de zorg onder andere via Edifact, HL7v2, HL7v3 CDA, en FHIR. FHIR betekent dat echt gestandaardiseerd gaat worden op één standaard waardoor communicatie universeler wordt en de overige standaarden uit gefaseerd gaan worden. De introductie van FHIR is niet iets waar de zorgverlener heel veel van hoeft te merken (behalve dat gaandeweg meer informatie beschikbaar wordt).
De leverancier van het zorginformatiesysteem zal dit gaan inbouwen “onder de motorkap”. Voor de zorgsectoren heeft dit wel een flinke impact: er moeten migratieplannen worden opgesteld voor de gefaseerde overgang naar FHIR. Dat vereist nauw overleg met Nictiz, leveranciers en zorginstellingen – die deze migraties naar FHIR uiteindelijk uit moeten rollen over heel Nederland. Hoewel dit een belangrijke en forse stap voor de zorginstellingen en leveranciers is, kan de individuele zorgverlener dit “laten regelen” door de IT-professionals.
SNOMED
Heel anders ligt dat bij de introductie van SNOMED. SNOMED is de manier waarop informatie gecodeerd wordt. Hier wordt geregeld dat ook zorginformatiesystemen weten dat met myocardinfarct, hartinfarct, MI en hartaanval hetzelfde bedoeld wordt. Met SNOMED wordt een code (22298006) toegekend aan een concept ‘myocardinfarct’ en zijn de hierboven genoemde termen synoniemen voor deze ene code. SNOMED regelt dus Eenheid van Taal voor klinische concepten. Daarnaast doet LOINC dat als standaard voor de labwereld en IDMP voor geneesmiddelen.
Door Bleiglass at the English Wikipedia, CC BY-SA 3.0, Koppeling
Gebruik van SNOMED heeft de nodige gevolgen voor de zorgsector en – in tegenstelling tot FHIR – ook voor de individuele zorgverlener. Nu wordt nog vaak gebruik gemaakt van lokale codelijstjes of andere codesystemen. Met SNOMED moeten codes gebruikt worden uit SNOMED. SNOMED is niet voor eens en altijd vastgelegd in steen: wanneer er codes ontbreken die wel nodig zijn kunnen die aangevraagd en toegevoegd worden door Nictiz.
Ook voor SNOMED worden migratieplannen gevraagd aan zes sectoren:
- Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
- Huisartsen (HA)
- Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
- Medisch Specialistische Zorg (MSZ)
- Paramedische Zorg (fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie, diëtetiek, optometrie en huidtherapie) en
- Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT).
Die migratieplannen betreffen voor een deel organisatorische aspecten: hoe richten we dit in, hoe beheren we het, hoe financieren we dat?
Wij zullen hier meer de inhoudelijke aspecten gaan verkennen.
De eerste stap die gevraagd wordt is aangeven hoe van de huidige situatie binnen de sector naar de op SNOMED gebaseerde registratie kan worden overgegaan in 2025. Daarbij is de zorgsector “in the lead”. Waar SNOMED dus tot op heden iets was wat “Nictiz voor je regelde”, is het nu aan het veld om SNOMED te regelen. Nictiz treedt daarbij op als landelijk beheerder van SNOMED , zeg maar als scheidsrechter om een correcte toepassing te borgen en nieuwe concepten toe te voegen als deze landelijk nodig zijn. Maar invulling is aan het veld zelf.
Omdat SNOMED een (uitbreidbaar) aantal codes kent, die volgens een bepaalde systematiek is opgezet, betekent dat dat lokale codelijsten en codestelsels aangepast moeten worden met SNOMED codes. Daarbij kunnen pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden die voor de zorgverlener niet alleen maar “onder water” zullen zijn maar ook merkbaar in de gebruikersinterface. In veel gevallen zal in SNOMED wel een code gevonden worden die een-op-een matcht met een bestaande eigen code, maar in heel veel gevallen ook niet. Dat betekent aanpassingen in codelijsten in zorginformatiesystemen en nieuwe SNOMED codes aanvragen bij Nictiz voor opname in de Nederlandse release van SNOMED.

Over Duometis
Duometis is gespecialiseerd in het implementeren van informatiestandaarden, terminologie en ontologie, FHIR implementation guides en andere uitwisselstandaarden in de zorg. Wij helpen u graag verder onder andere bij het implementeren van SNOMED in uw sector.
Lees ook onze volgende artikelen:
Ook voor de integrale geboortezorg zou het doorvoeren van SNOMED nuttig kunnen zijn. Wie heeft besloten die sector die juist erg veel interoperabiliteits issues kent erbuiten te laten?